Het enige dat vaststaat in het leven, is verandering. Zeker in pensioenland. De afgelopen jaren zijn er de nodige veranderingen geweest, op gebied van gelijke behandeling, de Pensioenwet maar vooral de fiscale kant van pensioen. Onlangs nog werd de fiscale facilitering van pensioen beperkt door de pensioenleeftijd te verhogen en daarmee de maximale jaarlijkse opbouw te verlagen, nu is de “Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen” een feit geworden.
Aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen is een belangrijk middel van onze wetgever om de pensioenopbouw te sturen. Over pensioen kan immers van alles worden afgesproken tussen werkgever en werknemer, maar het is natuurlijk wel zo prettig als voor de afgesproken pensioenregeling de “omkeerregeling” geldt. Ofwel: inleg nu onbelast, uitkering belast. En daarvoor moeten de fiscale grenzen gerespecteerd worden.
beperking pensioenopbouw
Tot 1 januari 2014 was de fiscale stelregel dat er in 35 jaar een pensioen van 70% van het laatst verdiende loon (eindloon, dit komt niet meer zo vaak voor; feitelijk alleen nog bij individuele pensioenregelingen van directeuren/grootaandeelhouders) kan worden opgebouwd. Sindsdien wordt ervan uitgegaan dat die 70% in 37 jaar kan worden opgebouwd. De leeftijd waarop men geacht wordt te pensioneren is immers gestegen van 65 naar 67. Vanaf 2015 wordt het uitgangspunt dat in 40 jaar (!) 75% van het gemiddeld verdiende loon mag worden opgebouwd. Dit leidt tot een onooglijk jaarlijks opbouwpercentage van 1,875%, waar dat tot 2014 2,25% was en nu nog 2,15% is. Voor eindloon is dit opbouwpercentage 1,657% (tot 2014 2%, thans 1,9%).
Aanleiding voor deze versobering is de gestegen levensverwachting. De pensioenkosten rijzen de pan uit en de daardoor misgelopen belastinginkomsten ook. Een bezuinigingsmaatregel dus.
En als er dan toch wordt bezuinigd, zo moet zijn gedacht, kunnen we meteen ook alle pensioenopbouw over salaris boven EUR 100.000 afschaffen! Okay, deze maatregel zal de meesten niet direct treffen, maar voor de veelverdienende medemens wordt hier toch aardig door getroffen. Op dit punt is er trouwens nog wel een “tegemoetkoming”; weliswaar geldt boven een salaris van EUR 100.000 de omkeerregel niet meer, maar het pensioen over het salaris boven de grens mag wel buiten de vermogensrendementheffing (box 3 IB) blijven en te zijner tijd deels zonder belastingheffing worden uitgekeerd.
leuker kunnen ze het niet maken, makkelijker al helemaal niet
De hierboven genoemde pensioenopbouw wordt niet berekend over het gehele salaris, maar over “de pensioengrondslag”. Dat is het salaris, verminderd met de AOW-franchise. Over die franchise mag geen pensioen opgebouwd worden en theoretisch hoeft dat ook niet. Er is te zijner tijd immers ook recht op een uitkering op grond van de AOW. En daarmee wordt in een pensioenregeling rekening gehouden.
Tot 2015 is het gebruikelijk om uit te gaan van de gedachte dat er een pensioen wordt opgebouwd van 70%. De AOW-franchise is daarom 100/70 van de wettelijke AOW-uitkering. Nu voor middelloon gaat gelden dat er (in 40 jaar in plaats van 35) 75% pensioen kan worden opgebouwd, zal de AOW-franchise 100/75 van de AOW-uitkering worden. Lager dus. Mooi! Dit verruimt immers de pensioenopbouw weer iets.
Maar! Voor eindloonregelingen geldt dat er in 40 jaar een pensioen kan worden opgebouwd van 66,28%. En ja hoor, voor dergelijke regelingen wordt de franchise dus bepaald op 100/66,28 van de AOW-uitkering.
Berekend over de AOW-uitkering die een gehuwde (of samenwonende) ontvanger krijg in 2014, daalt de franchise in middelloonregelingen van EUR 13.449 naar EUR 12.552, en stijgt deze in eindloonregeling van EUR 13.449 naar EUR 14.204.
En pas op! Een volledige eindloonregeling komt nagenoeg niet meer voor bij collectieve pensioenregelingen. Maar er zijn legio regelingen waarbij het onderdeel partnerpensioen WEL op basis van eindloon wordt berekend. Één regeling, twee franchises. En dus een lager partnerpensioen.
wijziging pensioenregeling
Door beperking van de maximale opbouw, is de kans groot dat de pensioenregeling van je bedrijf moet worden aangepast om de gunstige fiscale behandeling te behouden. Let op! Dit is in het belang van werkgever en werknemer! Echter, aangezien het hier gaat om beperking van de pensioenpremie, is het uiteraard van groot belang om deze aanpassing zorgvuldig aan te pakken. Wijziging van pensioen, is wijziging van de arbeidsvoorwaarden! Werkgever en werknemers moeten hierover overeenstemming bereiken. Belangrijk hierbij zijn goede communicatie (open en eerlijk!!!) en indien van toepassing de ondernemingsraad. In beide gevallen is professionele begeleiding aan te raden, een rol die wij graag op ons nemen.
onze mening
Die pensioenleeftijd naar 67, tja, dat moest er een keer van komen. Het moet natuurlijk wel betaalbaar blijven. Beperken van de maximale opbouw en zeker het gerommel met franchises lijkt ons minder redelijk. Die franchise was immers altijd al gebaseerd op een fictie, en met ficties is het zo dat je die niet te exact moet willen beschouwen. Enne… Dan de timing. We vragen ons af of er werknemers of werkgevers zijn die heel blij worden van alweer een wijziging op zo een korte termijn. Wij willen pensioen leuker maken, dit draagt daar nou niet bepaald aan bij…
Geschreven naar de inzichten van 28 mei 2014 – Mr. Edwin van Anraad CPL